woensdag 29 mei 2013

Ingezonden brief: Leraren

Wij willen les van slimme en coole leraren, niet van "zesjes".

Als 15-jarige leerling kan ik natuurlijk veel zeggen over de manier waarop leraren lesgeven. Ik maak dit namelijk zelf elke dag mee.

Op de basisschool was er elke dag wel iets leuks of motiverends te doen. Knutselen of buitenspelen of spelletjes met de klas. Maar op de middelbare word je geacht serieus aan het werk te gaan en altijd je huiswerk goed te maken e.d. Natuurlijk moet je je huiswerk maken. Maar om elke les hetzelfde te doen, en nooit iets "leuks", dat werkt de-motiverend aangezien niemand zin heeft in elke dag hetzelfde, komen leerlingen met een "slechte" werkhouding over tot de docent. Dit werkt ook weer negatief in op de docent die dan ook geen zin meer heeft om aan een stelletje slaperig uitziende leerlingen stof op te geven. Zo krijg je een cyclus en daar heeft niemand wat aan. Gelukkig zijn er ook leraren die inzien dat het saai is om elke dag hetzelfde te doen en die bedenken dan wat leuks dat leuk en toch leerrijk is. Op deze manier kunnen leerlingen naar een les uitkijken.

De reden dat in Finland de leerprestaties veel hoger liggen, is omdat de leerlingen daar veel meer aandacht krijgen. De leraren worden niet aangenomen als hun cijfers niet hoog genoeg waren. Daardoor weten de docenten gemiddeld ook veel meer van hun van en weten ze, in plaats van elke les opnieuw hetzelfde te bespreken, hoe ze de leerlingen aan moeten pakken. Ze kunnen de betere leerlingen aan het werk zetten terwijl ze de achterlopers wat extra aandacht geven. Natuurlijk gebeurt dit in Nederland ook maar niet vaak. Sommige docenten weten na een half jaar nog steeds de namen niet of überhaupt welke klas ze voor zich hebben (zelfs als het hun mentor-klas is).

Dus als de leraren beter opgeleid worden, creatiever worden, beter opletten welke leerlingen extra aandacht nodig hebben en gewoon nadenken wat ze doen tijdens een les en daarvan leren, dan worden de cijfers van de leerlingen hoger en waardering voor de leraren groter.

Ismaël

dinsdag 14 mei 2013

Interview Long arts

'Vroeger wilde ik politie inspecteur worden'

Longarts Daoed Saboerali heeft in zijn leven veel meegemaakt en heeft hard moeten werken om te worden wat hij nu is, hij woont nu al minstens 20 jaar in Nederland, heeft in veel verschillende ziekenhuizen gewerkt en is een gerespecteerde arts, maar ook heeft hij een vrouw en drie kinderen.
-Door Ismaël Saboerali

Wilde u altijd al longarts worden?

‘Nee vroeger wilde ik politie inspecteur worden, dat was tijdens mijn tiener jaren. Maar op een gegeven moment interesseerde geneeskunde mij veel meer. Vooral interne ziektes interesseerde mij. Maar toen ik stage ging lopen bij het vak longgeneeskunde, kwam ik erachter dat longgeneeskunde meer iets voor mij was omdat je dan ook kleine kijkoperaties kon doen.’
Zijn er specialisaties binnen de longgeneeskunde?

‘Ja, zelf ben ik gespecialiseerd in longkanker en slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen. Bij slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen behandel ik mensen die ’s nachts in hun slaap voor korte tijd stoppen met ademen en daardoor overdag moe zijn.  Bij longkanker kan ik 20% van de patiënten een operatie bieden en 80% een behandeling waardoor ze een iets langer leven hebben.'

Waar heeft u zowel gewerkt?

‘Als eerste werkte ik in het Rodekruis ziekenhuis in Eindhoven daarna voor mijn vervolg opleiding in het AMC en toen ik klaar was, wilde ik in een wat kleiner ziekenhuis werken en het  Beatrix ziekenhuis kende ik al een beetje dus ging ik daar werken.’

Hoe zit het met de relatie tussen uw werk en gezin?

‘Nou toen ik in het Eindhoven en in Amsterdam werkte, woonde ik in Amsterdam. Maar mijn vrouw werkte in Utrecht en zodat zij de kinderen beter kon opvangen verhuisden we naar Utrecht. En toen ik in het Beatrix Ziekenhuis in Gorinchem ging werken, verhuisden we naar hoogblokland, een dorp vlak bij Gorinchem, omdat ik vaak pas laat thuis kwam en ik meer tijd met mijn drie kinderen wilde doorbrengen.’